Saturday, April 29, 2006


LAND OF ORANGE

Been at work in Amsterdam for two months now and gently moving into the third. Such a short time, but enough to watch the city change from wintry cold to springtime orange. Today, it's Queen's Day, since 1980 an official national holiday. It is always celebrated on 30 April - that is, when it's not on a Sunday.

It is the one day everybody in the Netherlands is allowed to sell their stuff on the street. It is what most Americans and British would call " garage sale or car booty". In Holland, such a sale is known as the vrijmarkt (free market).

Flea markets are scattered all over the city, folklore performances. Lots of people dressed in orange in honour of the House of Orange. Mmmm, all that is missing is a piece of orange in the sky.

Monday, April 24, 2006


COOLIE VALLEY...

Wheeling & dealing. Incredible poverty, filth, lack of hygiene. But the country also has unearthly riches and wealth on offer. And not just from long forgotten colonial times. The economic giant has begun to wake up. Result: India is hot, economically hot. The vast country even has its own Silicon Valley in the south Indian city of Bangalore. And it is not just foreign biggies such as Dell, Microsoft or Wall Mart that want to have a piece of the pie. Dutch companies, too, are very much interested. Telegraaf Media Groep has laid out plans to have the advertising pages for its regional newspapers such as the Haarlems Dagblad and Gooi-en Eemlander made up in India.

Please note that the word "coolie" is an Indian term which refers to a porter at a place of public transportation like a railway station. It is in fact a denigrating word, which is has come to be quite the fashion in reference to the Indian world of ITC services, concentrated in Bangalore.

HAPPY BIRTH... EH DEATHDAY TO THE GREAT BARD

Queen Elizabeth just finished celebrating her 80th birthday. But amidst all celebrations one would almost forget the birthday of someone who is perhaps Britain's most famous icon: the Great Bard also known as William Shakespeare. Although there is no actual record of his birth in Stratford-upon-Avon, his baptism was recorded by the church. Thus his birthday is assumed to be 23rd April 1564. Eery detail, the man died in 1616, again, on 23rd April.

Sonnet XVIII
So long as men can breathe, or eyes can see, So long lives this,
And this gives life to thee.
This blog was first posted on 23rd April 2006 on http://sharida.blogspot.com

ASHOURA BLUES





Balancerend tussen bommen en boetedoening

DEN HAAG - Steeds harder klinkt uit honderden kelen de Arabische mantra “Ya Hoessein, ya Hoessein”. In het zwart geklede mannen en vrouwen slaan zichzelf in een opzwepend tempo op de borst, terwijl ze al rouwend dwars door de Haagse Schilderswijk trekken. Ondanks de ijzige kou hangen veel bewoners uit de ramen om dit gepassioneerde spektakel op afstand te bekijken.

“Het is Ashoura, de dag waarop wij sjiieten de martelaarsdood van onze geliefde imam Hoessein herdenken”. Aan het woord is de dik ingepakte Pakistaanse Syed Jaffrey. Hij is voorzitter van de Husseini Mission Nederland en de drijvende kracht achter de jaarlijkse Ashoura-processies in Den Haag. “Maar bij ons geen zwaarden en messen hoor, zoals in Iran en Irak”, voegt hij er snel aan toe.

Jaffrey krijgt bijval van de wetenschapper Heinz Halm die jarenlang de Ashoura-rituelen in ver­schillende landen bestudeerde. De islamoloog onderstreept dat de Ashoura-beleving afhankelijk is van de theologische opvattingen die per land, of zelfs per streek, sterk kunnen variëren. Halm legt uit dat Ashoura in essentie terug te voeren is op de dood van profeet Mohammed in 632 AD en de daaruit voortvloeiende vraag wie hem moest opvolgen. Zo zijn de sjiieten van mening dat Ali, neef en schoonzoon van de profeet, de rechtmatige opvolger is. Ze baseren zich op uitspraken die de profeet zelf hierover zou hebben gedaan. De soennieten zijn het er echter niet mee eens en roepen hun eigen favoriet uit tot opvolger: Abu Bakr, een van trouwste metgezellen van de profeet.

De conflicterende opvattingen over de opvol­gingskwestie leiden tot een duizelingwekkend aantal politieke moorden in de beginperiode van de islam. Ook Ali delft het onderspit. Volgens sjiietische overleveringen, neemt diens zoon Hoessein de fakkel over. Op verzoek van zijn vaders volgelingen vertrekt Hoessein naar het plaatsje Kufa om van daaruit samen hen de opstand tegen het soennitische kalifaat te leiden.

Ashoura Arabisch voor ``Tien``
Onderweg wordt hij op de vlakten van Kerbala echter opgewacht door de troepen van de soennitische kalief Yazid. De tiendaagse strijd die volgt, gaat de sjiietische geschiedenisboekjes in als één van de meest gruwelijke veldslagen ooit. Hoessein wordt uiteindelijk gedood en zijn hoofd wordt als een trofee in Kufa getoond om sjiietische sympathisanten te vernederen en angst in te boezemen. Islamoloog Halm wijst erop dat de naam Ashoura een rechtstreekse verwijzing is naar deze tiendaagse strijd, omdat Ashoura het Arabische woord is voor het getal tien.

In zijn speurtocht naar de wortels van de hedendaagse Ashoura-rituelen, constateert Halm dat het vooral draait om boetedoening en vereenzelviging met het lijden van Hoessein. Hij leidt dit af uit eigen waarnemingen en literatuuronderzoek naar de handelingen van Hoesseins aanhangers in Kufa direct na diens nederlaag. Het blijkt dat ze al gauw last krijgen van hun geweten, omdat ze niets hebben gedaan om de in noodverkerende Hoessein te helpen. Er ontstaat een allesoverheersende behoefte om boete te doen voor hun lafheid. Verhitte theologische discussies zijn het gevolg. In zijn meest dramatische vorm komt het er uiteindelijk op neer op dat ware sjiieten in tijden van nood en onrechtvaardigheid bereid moeten zijn hun eigen leven te geven. In het beste geval blijft het echter bij verschillende vormen van zelfkastijding.

Religieuze folkore of politieke islam
Midden-Oosten journalist Christoph Reuter gaat in zijn boek Menselijke bommen een stapje verder. Hij legt uit hoe het folkloristisch-religieuze karakter van de Ashoura-rituelen langzamerhand een duidelijk politiek-religieuze dimensie krijgt. Zo veranderen begin jaren tachtig de Ashoura-processies in Libanon steeds meer in een podium voor de Libanese Hezbollah die het idee van ‘zelfopoffering’ met de nodige religieuze retoriek aan haar politieke handvest koppelt. De “Partij van God” hoopt zo haar strijd tegen de Israëlische bezetting van zuid-Libanon een religieuze legitimatie te geven, en maakt daarmee de weg vrij voor de menselijke bom.

Anno 2006 zijn de eeuwenoude spanningen tussen sjiieten en soennieten nog steeds voelbaar. Voor veel sjiieten staat het als een paal boven water dat de recente aanslagen op sjiietische heiligdommen in Irak, de bakermat van de sjiietische islam, een overduidelijke symbolische verwijzing zijn naar de nederlaag van Hoessein in Kerbala. In reactie daarop, citeert een processieganger in Den Haag een sjiietische imam uit de achtste eeuw: “iedere dag is Ashoura en ieder land is Kerbala”. Als uitleg voegt hij eraan toe: “Iedere dag wel een plek in de wereld waar onrecht plaatsvindt. Dat is erg, maar weglopen zonder te helpen, dat is nog veel erger, want dan riskeren we een tweede Kerbala!

This blog was first posted on 5 March on http://sharida.blogspot.com


"WAT U NU MEEMAAKT, IS DE WORDING VAN EEN EUROPESE ISLAM"


foto: ravage na aanslag Baader Meinhof Gruppe in Munchen in 1972

BRUSSEL 14 februari 2006 - Enkele honderden wetenschap­pers, diplomaten en journalisten uit de hele wereld hebben maandag het Brusselse winter­weer getrotseerd om een conferentie bij te wonen over het huidige jihadi terrorisme. Organisator was het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen (KIIB), een denktank van het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken.

“Salloum” zegt een gezette man met een lange camelkleurige winterjas en glanzende zwarte schoenen tegen een KIIB-medewerker die zijn naam afvinkt van de lijst. Deze controle is blijkbaar afdoende om het modderige en nauwelijks bewaakte terrein van de Koninklijke Militaire Academie in Brussel te mogen betreden. Glibberend en glijdend bereikt hij het gebouw waar de conferentie wordt gehouden. Bij binnenkomst blijkt Salloum de Syrische ambassadeur in België te zijn. Hij, en met hem vele andere VIPs, is afgekomen op de conferentie over jihadi terrorisme, ofwel terreur geïnspireerd op de jihad-ideologie.

Terrorisme nu gewelddadiger?
Eén van de sprekers waar veel mensen reikhalzend naar uit kijken, is de Amerikaanse professor Martha Crenshaw, die met haar blouse en kapsel wel iets wegheeft van de semi-detective Jessica Fletcher. Het publiek in de college­banken luistert geboeid als ze de vloer aanveegt met de in haar ogen historische misvatting dat het heden­daagse terrorisme veel geweld­­­dadiger en religieuzer van aard zou zijn dan vroeger.“De Amerikanen waren verrast door 9/11. Daarom moest het wel nieuw zijn”. Ze baseert haar argumenten op een onderzoek van de Rand Corpor­ation, een van oorsprong Amerikaans onderzoeksinstituut, waaruit zou blijken dat tweederde van de terroristische aanslagen is terug te voeren op een combinatie van nationaal-religieuze gronden. Terwijl ze haar gehoor aandachtig opneemt, voegt ze eraan toe: “Dacht u werkelijk dat groepen zoals het Lichtend Pad in Peru, de Palestijnse splinter­groepering Abu Nidal, Timothy McVeigh (red: de Oklahoma bomber), of de Rote Armee Fraktion (RAF), pragmatischer en redelijker waren dan al Qaida nu? Het enige wezenlijke verschil van het terrorisme van toen en nu is de mobiliteit. Toen wisten we wie ze waren en waar we ze konden vinden.”

Meer afluisteren, meer weten
De anonimiteit van de heden­daagse terreurgroepen is ook het probleem waar de Britten tegenaan lopen. Peter Clarke, terrorisme-coördinator van New Scotland Yard, legt uit dat zijn land momenteel inzet op verschil­lende strategieën. Zo moet in het kader van “Community Intel­ligence” de (moslim)gemeen­schap actief worden betrokken om radicalise­rende jongeren sneller op te spo­ren.Het Verenigd Koninkrijk is ook bezig de wetge­ving aan te passen, waardoor bijvoorbeeld het afluisteren van verdachten gemakkelijker wordt.

“Ik dacht dat we Orwell’s Big Brother ver achter ons hadden gelaten”, verzucht Gerhard Baum zodra het zijn beurt is om zijn zegje te doen. Als geen ander is de 71-jarige Baum gepokt en gema­zeld in het spanningsveld tussen mensen­rechten en terreur­be­strij­ding. Baum was in de jaren zeven­tig als Duitse minister van Binnen­landse Zaken gecon­fron­teerd met één van de meest beruchte terreurbewegingen in Europa: de extreem gewelddadige organi­satie RAF, in de volksmond beter bekend als de Baader Meinhof Gruppe. De Duitse regering nam destijds stringente anti-terreurmaatregelen die op gespannen voet stonden met de democratische grond­beginselen van de prille Duitse rechtsstaat.

Lobbyist voor Amnesty
In zijn nadagen houdt Baum zich nu bezig met de mensen­rechten­kwestie. Volgens Baum koord­dansen regeringen in hun strijd tegen het terrorisme momenteel op de grens tussen het normale strafrecht en het oorlogsrecht. “Omdat we niet weten wie de criminelen zijn, houden we miljoenen mensen in de gaten. Is het echt nodig dat we discrimi­neren, omdat ze moslims zijn?” Zijn verwijzingen naar Guanta­namo Bay en het Tsjet­sjenië-beleid van de Russische president Poetin, leveren hem prompt een boze opmerking uit het publiek op “u bent een “lobbyist van Amnesty”. Maar dat kan Baum niet deren. Op besliste toon houdt hij zijn gehoor voor dat “de jurisdictie van de politie stopt, wanneer de mense­lijke waardigheid in het geding is”.

Europese islam
Slaaptekort of een te zware lunch met flink wat wijn zorgt ervoor dat met name de oudere toehoorders knikkebollend aan het laatste deel van de conferentie beginnen. Maar ze worden al gauw bij de les geroepen als de Franse islamoloog Olivier Roy van wal steekt over zijn stokpaardje: de born-again Muslims. Roy geeft aan dat veel van de geradicaliseerde moslimjongeren een “westers parcours” hebben gevolgd. “Zij zijn geboren en getogen in Europa en hebben vaak geen theologische opleiding”. Bovendien, zo stelt Roy, komt de religieuze verdieping vaak pas na de politieke radicalisering. “Het is net als met de Baader Meinhof Gruppe, die had Das Kapital van Marx ten slotte ook niet gelezen.”

Roy meent dat de grondoorzaak van het jihadi-terrorisme toch vooral gezocht moet worden in de sociale problematiek van de samenleving. Hij ergert zich eraan dat geweld en zelfmoordaan­slagen vereenzelvigd worden met de islam. “De islam bestaat al 1400 jaar. Waarom dan nu pas? Nee, wat u nu meemaakt, is de wording van een Europese islam.”

Sharida Mohamedjoesoef

This blog was first posted on 15 February 2006 on http://sharida.blogspot.com


HET RECHT OM NEE TE ZEGGEN

Als Koos Werkloos had ik alle tijd van de wereld om die dingen te doen, waar ik voorheen geen gelegenheid voor had, zoals een bezoekje aan de Zaanse Schans. De zon was al aan haar laatste traject van de dag begonnen, toen ik samen met een vriendin daar aankwam. Mooi strijklicht op de molens, het water, de houten huisjes uit de 17e en 18e eeuw en de kaasboerderij.

Ondanks het late tijdstip in de middag, is net een bus vol toeristen uit het Verre Oosten gearri­veerd om dit toonbeeld van Hollandse nostalgie met eigen ogen te aanschouwen. Kleine handen en hoofden komen te voorschijn uit dikke winterjassen. De camera’s klikken er lustig op los. Ook ik haal mijn toestel te voorschijn, terwijl mijn gezelschap haar gelegen­heidsburka uit haar tas pakt. Een groter contrast is in dit Anton Pieckachtige dorp bijna niet voor te stellen. Hier en daar wat verbaasde blikken, maar verder niets. En die buitenlandse toeristen zal het een worst wezen.

Nu ben ik bepaald geen fan van de burka. Ik zal dan ook de laatste zijn die de straat op gaat om te protesteren tegen een verbod erop; al was het maar omdat dit kledingstuk te veel herinnert aan het gruwelen van het Talibanbewind in Afghanistan, gruwelen die indruisen tegen alles wat menselijke waardigheid heet. Al was het maar omdat er voor de burka geen Koranische grond bestaat. Al was het maar omdat het recht om“nee” te zeggen tegen de burka niettemin wel is verankerd in de Koran (Soerah 2: 256). Sharida Mohamedjoesoef PS. Koranvers 2:256: Er is geen dwang in religie.

PRAYER FOR PEACE


HILVERSUM - “Prayer for Peace”. That is how Spielberg described his latest film Munich. I would call it a psychological thriller and not a bad one at all. Those who expect a film that sides with the Israelis will end up feeling left out in the cold. Yet the same goes for those who expect Munich to favor the Palestinians, because it does not.

Munich recounts the grim story of the secret Israeli hit squad assigned to track down and assassinate 11 Palestinians believed to have planned the massacre at the 1972 Olympic Games in Munich - and the personal toll this mission of revenge takes on the team. In 164 minutes Munich takes you to Italy, Athens and Lebanon. We see Golda Meir as an Israeli version of M in James Bond and there is a small part for “Ehud Barak” who was leading the Special Forces in Beirut to take out three assassins. Please note that it was the same Ehud Barak under whose PM-leadership Israeli troops left the southern tip of Lebanon in 2000 after having occupied the south for fifteen years.

Munich was not the first film recounting the killings of the 11 Israeli athletes. The first one was a televised film called Sword of Gideon. Both films are based on the book Vengeance: The True Story of an Israeli Counter-Terrorist Team written by Canadian journalist George Jonas. Jonas in turn was inspired by the chronicles of Yuval Aviv (Avner in Spielberg’s Munich), who has claimed to have once been a Mossad agent.

This “prayer for peace” premiered in Holland last week with less rocky reviews than elsewhere in the world. One Dutch cyber critic described Munich as a portrait of a bereaved soul, of an inner war any freedom fighter or terrorist goes through. The controversy regarding the film is more of a political nature. There are those who question the accuracy of the film when it comes to the modus operandi of the Mossad. In the film a high Mossad official tells Avner he wants receipts. Yet according to Mossad sources, leaving obvious paper trails like these could not be further from the truth.

And then there are those who feel Spielberg has made an anti-Semite film. The New York Post even went so far as to call Munich an antisemite contemplation on Arab terrorism and the state of Israel. All the more reason to see the film, I would say and judge for yourself how far off the New York Post really is.

This blog was first posted on 31 January on http://sharida.blogspot.com

JE MAINTIENDRAI


Dit artikel verscheen tussen kerst en oud en nieuw in onder meer het Haarlems Dagblad, het Leids Dagblad en de Gelderlander.

(GPD) - Ronald Sörensen, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, nog op tv gezien? Hij was kort geleden te gast bij een praatprogramma van de Nederlandse Moslim Omroep. Het onderwerp was inburgering. Sörensen zat zonder blikken of blozen te blaten over hoe zijn Noorse voorouders het naoorlogse Nederland hadden helpen opbouwen. "Onze ouders, laten we dat voorop stellen", waren zijn exacte woorden. Hij gaf aan dat de huidige inburgeringcursussen wat hem betreft nog niet ver genoeg gaan, omdat er nauwelijks aandacht was voor de Nederlandse geschiedenis.

Maar welke geschiedenis dan, want vaak is de inkleuring van een geschiedenis afhankelijk van degene die haar vertelt? Ik heb dan ook zo'n donkerbruin vermoeden dat mijn geschiedenis niet de geschiedenis is waar Sörensens op doelde! Juist daarom moet ik u mijn geschiedenis vertellen, want ze is ook uw geschiedenis.


Zes jaar was ik toen ik voor het eerst op vakantie ging naar Suriname. Ik ontmoette daar mijn overgrootmoeder van moederszijde. Zij kwam rechtstreeks uit India. Alles aan haar was vreemd: haar zilveren armbanden die een groot deel van haar onderarmen bedekte, de schrille taal waar ik niets van begreep, die priemende gitzwarte ogen, en dat gerimpelde, verweerde gezicht. Zachtjes trok ik mijn moeder aan haar mouw en fluisterde ik dat ik die stokoude vrouw maar een heks vond.

Contractant
Ik ben inmiddels veertig en heel wat boeken en (Bollywood)films verder. Ik weet nu dat mijn overgrootmoeder en velen andere Indiërs, Chinezen en Javanen eind negentiende eeuw waren geronseld om als contractant in het Nederlandse wingewest Suriname te werken, op de plantages, in de rijstvelden. Wie anders moest het zware werk doen nu de slavernij was afgeschaft? De blanke man liep in ieder geval niet over van ijver. Waarschijnlijk omdat dat niet paste binnen de toen geldende koloniale normen en waarden; normen en waarden die geen ander doel dienden dan de kas te spekken van rijke kooplieden die hun pakhuizen hadden aan de Amsterdamse grachtengordel. Over kennis van de Nederlandse geschiedenis gesproken, meneer Sörensen. Mijn overgrootmoeder heeft in de beginjaren van deze verkapte slavernij ongekend hard moeten werken om te overleven, om te sparen, om uiteindelijk de kiem te leggen voor een betere toekomst. Ik ben een deel van die vleesgeworden toekomst. Ook in mij is geïnvesteerd. Ik heb een goede opleiding kunnen genieten en had, tot voor kort, lange tijd een goede baan.

Arbeidsethos
Nu ben ik 'in between jobs'. Enkele dagen geleden moest ik voor de eerste keer in mijn leven de gang maken naar het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Ik vond het vreselijk. Het past namelijk niet in onze familie, waar arbeidsethos zo hoog in het vaandel staat. Maar daarnaast was mijn angst groot dat mensen mij afkeurend zouden aankijken, zo van: weer zo'n luie ... Surinamer, Turk, Antilliaan, Marokkaan of moslim.

Als ik uiteindelijk aan de beurt ben, krijg ik het bijna niet uit mijn strot om de juffrouw over het doel van mijn bezoek te informeren: een werkloosheidsuitkering. Had ik nou maar een zwarte burka. Maar mijn nerveuze gedoe was helemaal niet nodig. De computers bij het CWI sloegen op hol. Ik kon me dus niet eens inschrijven voor welke uitkering dan ook.

Meneer Sörensen, u moet weten dat Nederland zelf voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de aanwezigheid en samenstelling van de huidige bevolking. Of u dat met uw Noorse voorouders nu leuk vindt of niet, maar mijn aanwezigheid is het resultaat van de Nederlands zucht naar rijkdom. Ik, en met mij alle andere nakomelingen van slaven, contractanten en gastarbeiders. Over kennis van de Nederlandse geschiedenis gesproken...

Je maintiendrai! Sharida Mohamedjoesoef
GEEN BLEEKMIDDEL OPGEWASSEN TEGEN MIJN HOOFDDOEK


Dit artikel verscheen onder meer het Rotterdams Dagblad op 7 mei 2004

GPD - Het kabinet vindt dat de toestroom van huwelijkspartners uit Marokko, Turkije en andere landen de integratie belemmert. Nieuwe regels leggen de verantwoordelijkheid voor integratie bij de nieuwkomer. De vraag is of die wel echt welkom is. Het beestje moest een naampje krijgen, nietwaar? En wat voor een naampje. . . postzegelbruid, importbruid. Dat verzin je toch niet zelf. Bij mij leidde het tot gefronste wenkbrauwen. Daar kwamen nog eens de nodige rimpels bij toen de voorwaarden bekend werden om het Paradijs van Oranje te mogen betreden.

Gemakshalve wordt voorbijgegaan aan een enige vorm van affectie die tussen de partners kan bestaan. Of je moet er natuurlijk van uitgaan dat bij importbruiden en -bruidegoms altijd sprake is van gearrangeerde huwelijken, van uithuwelijking. En dan wijst het vingertje gelijk naar de moslimmedeburgers. Misschien is dit wel het eigenlijke pijnpunt in de hele discussie rondom importhuwelijken: hoe moeten we met onze moslimmedeburgers omgaan? Willen we eigenlijk wel met ze omgaan of houden we ze liever buiten de deur? Minister Verdonk kiest voor het laatste, maar waarom zegt ze dat dan niet eerlijk? Waarschijnlijk omdat ze dan direct allerlei belangenorganisaties op haar dak zou krijgen en misschien ook nog een rechtszaak aan haar rok. Waarom? Omdat het vrij kunnen kiezen van een partner een mensenrecht is, ongeacht etniciteit of religie. De minister redeneert dat, als je iets erg graag wilt, je ook bereid moet zijn daar moeite voor te doen.

Dat is op zich een gezonde instelling, ware het niet dat de obstakels die de minister opwerpt, eenzijdig zijn en zelfs discriminerende trekjes hebben. Zo moet de potentiële nieuwkomer zich eerst melden bij de Nederlandse ambassade en via telefoon en computer een eerste toelatingsexamen doen. Maar wat te doen als je uit een of ander afgelegen dorpje komt in het Marokkaanse Rifgebergte of de Anatolische Laagvlakte en om wat voor reden dan ook niet in staat bent om dit toelatingsexamen met Hollandse vlag en wimpel te doorstaan? Vette pech dus. Ben je een van de gelukkigen en kom je door de eerste ronde, dan mag je naar Nederland.

Eenmaal hier, dan beginnen de volgende rondes. Nog meer lessen over allerlei facetten van de Nederlandse samenleving. Tussen de bedrijven door moet de nieuwkomer natuurlijk ook kunnen leven, en dan komt de inkomenseis om de hoek kijken: 120 procent boven het minimumloon. In positieve zin heet dat financiële zelfstandigheid. In negatieve zin is dit een verkapte vorm van discriminatie op basis van de portemonnee.

Wie houdt nu wie voor de gek? Integratie is echter tweerichtingsverkeer. Alle verantwoordelijkheid wordt in de nieuwe situatie vooral bij de nieuwkomer gelegd. Er wordt met geen woord gerept over de verantwoordelijkheid van de ontvangende samenleving. Ik heb het dan voornamelijk over de acceptatiegraad van de nieuwkomers door de ontvangers. Hoe kan het dat ieder jaar nog steeds moet worden uitgelegd wat de ramadan nu precies inhoudt? En waarom is het zo moeilijk te begrijpen dat er onder moslims net zo veel diversiteit bestaat als onder christenen, van zeer progressief tot zeer behoudend van Turkse moslim tot Surinaamse moslim. Er moet dus een bereidheid zijn om te willen leren over de nieuwkomer en de gematigde geluiden moeten ook gehoord willen worden door pers en politiek.
Zoals het er nu naar uit ziet, geeft de minister bepaald niet het goede voorbeeld. Het beeld van de moslim zoals dat nu bestaat, bevalt niet, dus witwassen die handel. Maar de grote vraag is of het echt zoveel beter zou zijn als Fatima of Ahmed met een Gooise 'R' Nederlands spreken? Zou het echt zoveel verschil uitmaken als Fatima de hoofddoek afzwoer en meedeed aan een spotje van Andrélon: He, Faatje, je haar danst? Of Ahmed met een zwierige zwaai zijn stoppelbaard afscheert? Is dat dan het toppunt van integratie? Tellen we dan pas mee?

Als puntje bij paaltje komt blijft die nieuwkomer in de ogen van velen toch die buitenlander die er middeleeuws gedachtengoed op na houdt en gelooft in eerwraak en vrouwenbesnijdenis. Hij wordt langs een meetlat gelegd die wit pur sang is. De witwaspraktijken van de regering ten spijt, zal geen bleekmiddel opgewassen zijn tegen mijn zwarte huidskleur, mijn H&M-hoofddoek, mijn 'buitenaardse' religie. Of ik nou spruitjes eet of niet. Het naampje dat bij dit beestje hoort, is xenofobie, ofwel 'wat de boer niet kent, dat vreet ie niet'.

Sharida Mohamedjoesoef