Friday, January 25, 2008


Interview met Irene Khan, Secretaris-Generaal Amnesty International

Uit Dagblad De Pers
Door Sanne Rooseboom & Sharida Mohamedjoesoef


'Ik verwacht veel van de VS'

Irene Khan is een kleine, tengere, beweeglijke vrouw met wild krullend haar. De 51-jarige Bengaalse moslim staat al zeven jaar aan het hoofd van Amnesty International en heeft ervoor gezorgd dat ’s werelds grootste mensenrechtenorganisatie ook ruim baan maakt voor onderwerpen als armoede, discriminatie en seksueel geweld. Ze was even in Nederland, om op uitnodiging van het Nederlandse Auschwitz Comité de Nooit meer Auschwitz Lezing te houden.

Uw eerste werkdag bij Amnesty was een dag na 11 september 2001…

‘Dat was een raar begin. Ik ben al mijn hele leven moslim, maar na 9/11 werd dat stukje identiteit plotseling heel belangrijk. En dat terwijl ik ook moeder, advocaat, kokkin en Bengaalse ben.’

Veel mensen denken dat islam en mensenrechten niet samengaan.

‘Er zijn democratische landen met veel moslims, zoals India, waar het wel degelijk samengaat. De vorige Indiase president was zelfs moslim. Ook Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, is een democratie. Ja, er zijn problemen op politiek, economisch én sociaal gebied, maar het is niet zo dat deze landen de democratie op een zijspoor hebben gezet. Ik zie niet in waarom religie niet samen zou kunnen gaan met vrijheid en democratie. Het wordt alleen zo vaak politiek misbruikt.’

Een aantal moslimlanden maakt weinig werk van mensenrechten en verschuilt zich achter de sharia.

‘Als landen vrouwenrechten schenden en zich daarbij beroepen op de sharia, dan heb ik daar mijn ernstige twijfels over. De sharia speelt geen rol wanneer ze zaken doen met bijvoorbeeld de Wereldbank of het IMF. Het bewijst dat religie als machtsmiddel wordt ingezet.

In 2004 was ik in Soedan. Ik gaf de minister van Buitenlandse Zaken een rapport over verkrachting als oorlogsinstrument in Darfur. Hij smeet het terug op tafel en vond het een hoop onzin. Ik geloof u niet. Moslimmannen verkrachten niet. Ik had hem gewoon kunnen tegenspreken, maar koos ervoor in zijn redeneertrend mee te gaan. Zegt u dan dat de moslima’s die wij hebben gesproken allemaal hebben gelogen? Daar had hij geen weerwoord op.’

Veel moslims zijn op basis van de sharia voorstander van de doodstraf.

‘Ik heb in de loop der jaren met heel veel moslimrechtsgeleerden gesproken. De Koran biedt wel degelijk de mogelijkheid onder de doodstraf uit te komen. Er kan namelijk een beroep op de staat worden gedaan om genade te tonen en de doodstraf af te schaffen.’

In 2005 noemde u Guantanamo Bay een ‘goelag van onze tijd’. Heeft u spijt van uw woorden?

‘Nee, het is de taak van Amnesty om de waarheid te zeggen en mensen wakker te schudden. Destijds vonden veel mensen mijn woorden te sterk, maar inmiddels hebben de media het overgenomen.’

Toch, in de Russische goelag zijn zo`n tien miljoen mensen omgekomen, in Guantanamo zitten een paar honderd mannen vast zonder proces.

‘Het gaat niet om de hoeveelheid. Ik bedoelde niet dat Guantanamo precies als een goelag is. Het gaat erom wat we accepteren. Mensenrechten sneuvelen in de War on Terror en de wereld laat dat gebeuren. De mensen die vastzitten in Guantanamo Bay hebben geen rechten, ze zijn buiten de wet geplaatst.’

Wat moet er gebeuren met Guantanamo Bay?

‘Het moet opgedoekt worden. De gevangenen moeten binnen het Amerikaanse rechtssysteem worden berecht. Wie onschuldig is moet terug naar huis. En voor diegenen die niet veilig zijn in hun eigen land, moet de VS een oplossing vinden. En aan die oplossing moeten Europese landen meewerken door asiel te verlenen aan ex-gedetineerden.’

Heeft Amnesty het niet een beetje te veel gemunt op de VS?

‘Ik verwacht veel van de VS en pak ze daarom hard aan. Het land heeft een voorbeeldfunctie. Als wij Poetin aanspreken op mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië, wijst hij gelijk naar Guantanamo Bay. Niet naar wat Soedan doet, of Bangladesh. Het neemt de verantwoordelijkheid van Poetin niet weg, maar wat de VS doen wordt als excuus gebruikt in de rest van de wereld.’

Als u een mensenrechtenschending ongedaan zou kunnen maken in de wereld, wat zou het zijn?

‘Marteling. Ik zou willen dat nergens meer ter wereld wordt gemarteld.’

Toch richt uw organisatie zich steeds meer op sociale rechten, niet meer alleen op de doodstraf en martelingen, zoals Amnesty ooit deed in het begin.

‘Je moet kijken naar de bigger picture. De economische situatie van iemand is net zo ingrijpend als zijn vrijheid van meningsuiting. En rechten hebben ook te maken met oorlog, met klimaatsverandering, met corruptie. We kunnen ons niet alleen richten op een aantal mensenrechten. Vrouwen in een dorp in Bangladesh vechten voor hun rechten, voor hun bestaan, op een manier die in het Westen vergeten is. Voor hen is er echt geen verschil tussen sociale rechten of politieke rechten.’

In Nederland heeft Amnesty campagne gevoerd tegen discriminatie op de werkvloer. Moet de organisatie zich daar wel mee bezighouden?

‘Dat is de keuze van de landelijke organisatie. Maar álles heeft met mensenrechten te maken. Zeker ook discriminatie. Dat beïnvloedt bijvoorbeeld de Nederlandse houding met betrekking tot het asielbeleid en antiterrorisme-maatregelen.’

U komt op gevaarlijke plekken. Vreest u wel eens voor uw leven?

‘Nee, ik ben niet zo snel bang. Vroeger als kind in Bangladesh pakte ik de kogels op die door het raam binnen kwamen zeilen tijdens gevechten. Bovendien zullen mensen mij niet snel wat aandoen. Ik vertegenwoordig immers een enorme en invloedrijke organisatie.’

Wat is het vreselijkste land ter wereld?

‘Dat kan ik niet zeggen. Er zijn veel vormen van 'vreselijk'. En als ik een land noem, is het net of ik andere landen ermee weg laat komen.’

En landen waar u van hoopt dat uw 19-jarige dochter er nooit gaat wonen?

‘O, dat zijn er heel veel. Ik noem ze niet. Maar er zijn zoveel landen waar de houding tegenover vrouwen schandalig slecht is.’

Wat wilde u vroeger worden?

‘Ik wist van kleins af dat ik rechten wilde studeren. Wat me vooral fascineert is hoe je rechten als een middel kunt gebruiken om verandering te bewerkstelligen. Daarnaast leek het me als klein kind wel wat dat de rechtbank pas om tien uur open ging. Dan kon ik tenminste uitslapen.’

Heeft u al plannen voor uw tijd na Amnesty?

‘Ik blijf nog zeker tot eind 2009. Daarna wil ik zeker verder werken aan mensenrechten. Of ik word kok. Ik ben dol op koken. Bengaals, met wat westerse invloeden. Een beetje zoals ik zelf, Bengali with a twist.