Monday, April 24, 2006


JE MAINTIENDRAI


Dit artikel verscheen tussen kerst en oud en nieuw in onder meer het Haarlems Dagblad, het Leids Dagblad en de Gelderlander.

(GPD) - Ronald Sörensen, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, nog op tv gezien? Hij was kort geleden te gast bij een praatprogramma van de Nederlandse Moslim Omroep. Het onderwerp was inburgering. Sörensen zat zonder blikken of blozen te blaten over hoe zijn Noorse voorouders het naoorlogse Nederland hadden helpen opbouwen. "Onze ouders, laten we dat voorop stellen", waren zijn exacte woorden. Hij gaf aan dat de huidige inburgeringcursussen wat hem betreft nog niet ver genoeg gaan, omdat er nauwelijks aandacht was voor de Nederlandse geschiedenis.

Maar welke geschiedenis dan, want vaak is de inkleuring van een geschiedenis afhankelijk van degene die haar vertelt? Ik heb dan ook zo'n donkerbruin vermoeden dat mijn geschiedenis niet de geschiedenis is waar Sörensens op doelde! Juist daarom moet ik u mijn geschiedenis vertellen, want ze is ook uw geschiedenis.


Zes jaar was ik toen ik voor het eerst op vakantie ging naar Suriname. Ik ontmoette daar mijn overgrootmoeder van moederszijde. Zij kwam rechtstreeks uit India. Alles aan haar was vreemd: haar zilveren armbanden die een groot deel van haar onderarmen bedekte, de schrille taal waar ik niets van begreep, die priemende gitzwarte ogen, en dat gerimpelde, verweerde gezicht. Zachtjes trok ik mijn moeder aan haar mouw en fluisterde ik dat ik die stokoude vrouw maar een heks vond.

Contractant
Ik ben inmiddels veertig en heel wat boeken en (Bollywood)films verder. Ik weet nu dat mijn overgrootmoeder en velen andere Indiërs, Chinezen en Javanen eind negentiende eeuw waren geronseld om als contractant in het Nederlandse wingewest Suriname te werken, op de plantages, in de rijstvelden. Wie anders moest het zware werk doen nu de slavernij was afgeschaft? De blanke man liep in ieder geval niet over van ijver. Waarschijnlijk omdat dat niet paste binnen de toen geldende koloniale normen en waarden; normen en waarden die geen ander doel dienden dan de kas te spekken van rijke kooplieden die hun pakhuizen hadden aan de Amsterdamse grachtengordel. Over kennis van de Nederlandse geschiedenis gesproken, meneer Sörensen. Mijn overgrootmoeder heeft in de beginjaren van deze verkapte slavernij ongekend hard moeten werken om te overleven, om te sparen, om uiteindelijk de kiem te leggen voor een betere toekomst. Ik ben een deel van die vleesgeworden toekomst. Ook in mij is geïnvesteerd. Ik heb een goede opleiding kunnen genieten en had, tot voor kort, lange tijd een goede baan.

Arbeidsethos
Nu ben ik 'in between jobs'. Enkele dagen geleden moest ik voor de eerste keer in mijn leven de gang maken naar het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Ik vond het vreselijk. Het past namelijk niet in onze familie, waar arbeidsethos zo hoog in het vaandel staat. Maar daarnaast was mijn angst groot dat mensen mij afkeurend zouden aankijken, zo van: weer zo'n luie ... Surinamer, Turk, Antilliaan, Marokkaan of moslim.

Als ik uiteindelijk aan de beurt ben, krijg ik het bijna niet uit mijn strot om de juffrouw over het doel van mijn bezoek te informeren: een werkloosheidsuitkering. Had ik nou maar een zwarte burka. Maar mijn nerveuze gedoe was helemaal niet nodig. De computers bij het CWI sloegen op hol. Ik kon me dus niet eens inschrijven voor welke uitkering dan ook.

Meneer Sörensen, u moet weten dat Nederland zelf voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de aanwezigheid en samenstelling van de huidige bevolking. Of u dat met uw Noorse voorouders nu leuk vindt of niet, maar mijn aanwezigheid is het resultaat van de Nederlands zucht naar rijkdom. Ik, en met mij alle andere nakomelingen van slaven, contractanten en gastarbeiders. Over kennis van de Nederlandse geschiedenis gesproken...

Je maintiendrai! Sharida Mohamedjoesoef